Het wetsvoorstel blurring, voluit: regulering mengvormen – relevant voor retailers én winkel- en horecavastgoed

Blurring. Wie kent de voorbeelden niet?

Een proseccootje bij de kapper …
Een glas wijn bij de boekhandel …
Een restaurant die flessen wijn verkoopt om mee-te-nemen …

Voor deze situaties en nieuwe ondernemersconcepten is het wetsvoorstel blurring, voluit: regulering mengvormen, ingediend.

Doelstelling van het wetsvoorstel blurring

Dit wetsvoorstel komt tegemoet aan de roep om winkels aantrekkelijker te maken en een horecagelegenheid en slijterij meer mogelijkheden te geven in assortiment, sfeer en beleving. Verwacht wordt winkelstraten daarmee nieuw leven in te blazen, zodat de vitaliteit van dorpen en steden behouden blijft. Ondernemers moet de ruimte krijgen om in te spelen op veranderende consumentenvraag door verschillende traditionele bedrijfsmodellen en horeca en detailhandel kunnen combineren. Dit past in de trend waarin de grenzen tussen branches en sectoren vervagen (“blurring”). De strikte scheiding tussen levensmiddelenwinkels, slijterijen, horecagelegenheden en niet-levensmiddelenwinkels is niet meer functioneel. Het moet ook een gelijk speelveld voor ondernemers opleveren. De huidige Drank- en horecawet is een knelpunt als het gaat om het aanbieden of het verkopen van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.

Hoofdlijnen wetsvoorstel blurring

Dit wetsvoorstel behelst een wijziging van de Drank- en horecawet. In winkels is het nu niet toegestaan om alcoholhoudende dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse of elders, aldus de toelichting.[1] Een horecabedrijf is het nu verboden om detailhandel uit te oefenen (met uitzondering van het verkopen van condooms en maandverband). Het verkopen van gesloten flessen wijn of de receptuur van gerechten mag niet. Een slijtersbedrijf mag op haar beurt alleen op een lijst opgesomde goederen verkopen die in het verlengde liggen van de drankverkoop (zoals glazen, krukketrekkers, koelboxen e.d.), zolang die geen overwegend deel van de bedrijfsvoering uitmaken. Met dit wetsvoorstel komt er een derde centraal begrip, namelijk: het gemengd kleinhandelsbedrijf. De begrippen: het horecabedrijf en het slijtersbedrijf worden gewijzigd.

Het gemengd kleinhandelsbedrijf

De activiteit van een gemengd kleinhandelsbedrijf bestaat volgens de definitie in hoofdzaak uit het, uitoefenen van kleinhandel in een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte(een winkel dus), gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. De kleinhandel kan samen gaan met dienstverlening. Het verstrekken van sterke drank valt er niet onder. Om een gemengd kleinhandelsbedrijf volgens de Drank- en horecawet uit te oefenen is een vergunning op grond van de Drank- en horecawet vereist (vergunning blurring).

Nevenactiviteiten voor het horecabedrijf en het slijtersbedrijf

Het horecabedrijf en het slijtersbedrijf diende al over een vergunning volgens de Drank- en horecawet te beschikken. Beiden kunnen volgens de nieuwe wet tevens op aanvraag een vergunning blurring krijgen voor “nevenactiviteiten”. Een restaurant mag dan schilderijen die in het restaurant hangen verkopen, net als receptuur en bijvoorbeeld zelfgemaakte sauzen. Een slijterbedrijf mag proeverijen tegen betaling gaan aanbieden.

Regels voor vergunningverlening blurring

Zowel voor het gemengd kleinhandelsbedrijf, het horecabedrijf en het slijtersbedrijf geldt dat er voorwaarden in een algemene maatregel van bestuur (amvb) worden gesteld waaronder de vergunning blurring wordt verleend. Die regels moeten waarborgen dat de hoofdactiviteit van het gemengd kleinhandelsbedrijf, het horecabedrijf en het slijtersbedrijf zal blijven bestaan en niet ondergeschikt raakt aan het verstrekken van alcoholische drank. De regels houden verband met de maximale omzet (of winst) die mag worden behaald ten opzichte van de omzet/winst die met de winkel, het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt behaald. Ook worden er regels met het oog op openbare orde en veiligheid gesteld.

Behalve dat er regels voor vergunningverlening gelden, betekent de vergunningseis ook dat de overige regels van de Drank- en horecawet gelden (aanwezigheid leidinggevende, voldoende kennis en inzicht sociale hygiëne en het toepassen van de leeftijdsgrenzen).

Benzinestations en winkels langs de weg

Het verbod op verkoop van alcoholische dranken door benzinestations, bij winkels verbonden aan benzinestations, winkels en restaurants langs de auto(snel)weg wordt opgeheven.

Gemeentelijke verordening

Er was al een wettelijke mogelijkheid voor gemeenteraden om verboden en beperkingen te stellen in een gemeentelijke verordening. In die verordening (Drank- en horecaverordening) kunnen ook regels worden gesteld voor de verlening van vergunningen blurring. Dit ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde. Maatwerk per gemeente of zelfs per winkelgebied. De wetstoelichting heeft het over het aantal af te geven vergunningen en in welke gebieden bedrijven zich kunnen vestigen.

Dus?

Ook na inwerkingtreding van deze wet mag je volgens dit wetsvoorstel niet zomaar beginnen met het tegen betaling schenken van alcohol in je winkel. Dat geldt ook als je vanuit je restaurant of bar producten wil verkopen of als slijterij een proeverij wil organiseren. Eerst heb je een vergunning blurring nodig.

De regels waaraan een aanvraag vergunning blurring wordt getoetst, zijn nog niet bekendgemaakt. Het Bouwbesluit 2012 zal voor wat betreft de bouwtechnische eisen worden vervangen. Niet uitgesloten is dat bestaande bestemmingsplannen moeten worden aangepast of een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden ingediend om blurring planologisch in te passen. De Raad van State zal nog advies uitbrengen over dit wetsvoorstel. Zaak dus om op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen.

 

Schrijf je gratis in voor de ELetter, ontvang deze blog mét de complete wettekst van het wetsvoorstel. Mis niets van de ontwikkelingen rond het wetsvoorstel blurring.

 

[1] Behoudens de uitzonderingen en onder de voorwaarden genoemd in artikel 18. Supermarkten en tabakswinkels en bepaalde warenhuizen vallen daar bijvoorbeeld niet onder.