Huurovereenkomst onbemand tankstation is huur onbebouwde grond

Is huur van een onbemand tankstation huur van 290-bedrijfsruimte (winkelruimte ex art. 7:290 BW)? Al lang is onbetwist dat dit bij bemande benzinestations wel zo is. Voor onbemande benzinestations was de koers nog niet zo vast.

Winkelruimte

Bij de Kanonrechter Assen van 20 oktober 2011, ECLI:NL:RBASS:2011:BU4747, TvHB 2012/4 deed zich eerder de kwalificatievraag bij self-service voor. De Kantonrechter vond dat het daar ging om 290-bedrijfsruimte (winkelruimte ex art. 7:290 BW). Een ieder (“het publiek”) kon brandstoffen afrekenen tegen een kwitantie. Het onbemande station had een paal met kassasysteem en er was voorzien in een “watchman-functie”. Het begrip ”lokaal” uit art. 7:290 BW moest ruim worden opgevat en aan het criterium van plaatsgebondenheid was voldaan.

Het begrip “gebouw”

Het draait om uitleg van het begrip “een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan” uit art. 7:230a en 290 BW. De Hoge Raad oordeelde in de Valkenburg-beschikking, HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:866, NJ 2014,438 dat het daarvoor bij het begrip “gebouw” uit de Woningwet moet worden gekeken. Daaronder moet worden verstaan een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Ook een zaak die niet (geheel) aan deze omschrijving voldoet kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak. Een enkele verharding of bewerking van de grond is echter in de regel niet toereikend om een zaak aan te merken als “gebouwd” in de zin van art. 7:230a BW, aldus de Hoge Raad. De landingsbaan van het vliegveld Valkenburg is “geen gebouw” en dus ook geen 230a-bedrijfsruimte, waarvoor ontruimingsbescherming geldt (zie eerder over een parkeerterrein: Hof Amsterdam 24 februari 2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AT4583, WR 2005, 47: geen gebouwde onroerende zaak).

Onbemand tankstation

In de uitspraak van de kantonrechter Haarlem (Rechtbank Noord-Holland, sectie Kanton – locatie Haarlem van 27 september 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:11434) ging het om een onbemand tankstation op het Circuit Park Zandvoort. Tango had zich als huurder in de huurovereenkomst van “een bebouwd stuk grond” verplicht het bestaande tankstation tot een onbemand credit- en debetcard tankstation te verbouwen. In de kop van de huurovereenkomst is opgenomen: “Huurovereenkomst bedrijfsruimte ex artikel 7:290 BW”. Tango deed tevergeefs een beroep op de uitspraak van de Kantonrechter Assen.

Huur onbebouwde grond

Op basis van de vliegveld Valkenburg-beschikking overweegt de kantonrechter Haarlem dat een enkele verharding of bewerking van de grond niet voldoende is om een zaak aan te merken als “gebouwd”. Van belang is wat partijen en gelet op de inrichting van het gehuurde voor ogen hadden en wat naar normaal spraakgebruik een “gebouw” is. De ondergrondse tank met vloeistofdichte vloer waren al aangelegd; van bijzondere aanlegwerkzaamheden was geen sprake. De nabije luifel en winkel maakten geen onderdeel uit van het gehuurde. Tango had geen toegang tot de aan een derde verhuurde winkel en het deel met de technische installatie van de brandstoffenpomp. Van belang is dat overeengekomen was dat de door Tango verbouwde brandstoffenpomp in eigendom van Tango is. In dat verband doet niet terzake dat de brandstoffenpomp door natrekking mogelijk eigendom van verhuurder is. Dus: huur van onbebouwde grond. Of er al dan niet afwijkende bedingen waren die voor vernietiging in aanmerking komen, deed niet meer terzake (lees meer over opzegging bij onbebouwde grond).

onbemand benzinestation onbebouwde grond