Short stay appartementen in voormalig verpleeghuis in Amsterdam

Wel of niet “een huishouden” vanwege afscherming van een bed met een gordijn?
Kan anti-kraak maken dat een onttrekkingsvergunning is vereist?

Onttrekkingsvergunning voor transformatie tot appartementen

Daar draaide het om bij de vraag of er een onttrekkingsvergunning voor woonruimte nodig is na verbouwing van het voormalig verpleeghuis De Wittenberg tot short stay-appartementen (zie het gebouw op een gravure uit de 18de eeuw van Geert van Wesmeal). Volgens Amsterdam was een onttrekkingsvergunning nodig en kon deze -doordat het maximum al waren verleend- niet worden verstrekt.

short stay
Volgens het voormalig verpleeghuis was er geen sprake van woonruimte. Er wordt daarom geen woonruimte onttrokken aan de woningruimtevoorraad. De rechtbank in Amsterdam stelde in juli 2016  Amsterdam echter in het gelijk. Het verpleeghuis krijgt nu echter in hoger beroep van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar uitspraak van 15 februari 2017 gelijk. 1

Short stay volgens de Raad van State

Het ging over de tweede en de derde verdieping van het hoofdgebouw met twee- en vierpersoonskamers. De ruimten rond de eenpersoonsbedden op die kamers konden met een gordijn worden afgeschermd. Omdat in de definitie van woonruimte in de Huisvestingswet, is vermeld “een huishouden” en niet “een of meer huishouden(s)“, ziet de Raad van State geen grond voor het oordeel dat eveneens een besloten ruimte waarin meer dan één huishouden woont als woonruimte in de zin van de Huisvestingswet kan worden aangemerkt. Verder is de Raad van State van oordeel dat een met een gordijn afgeschermd bed niet kan worden aangemerkt als een besloten ruimte. Een gordijn biedt weliswaar enige privacy door het zicht af te schermen, maar sluit een ruimte niet zodanig af dat die naar algemeen spraakgebruik door een huishouden kan worden bewoond.

Dat na het vertrek van de exploitant van het verpleeghuis personen op basis van antikraak op de eerste verdieping van De Wittenberg hebben verbleven, maakt niet dat dat deel als woonruimten moet worden aangemerkt. Antikraakverblijf is tijdelijk en slechts bedoeld om een periode te overbruggen tussen twee bestemmingen van een pand of tussen een bestemming en verbouw of sloop van een pand. Zodanig verblijf bestemt het pand niet voor bewoning. Short stay dus. Kortom, Amsterdam krijgt weer niet in deze herbestemming gelijk.

1 ABRvS 15 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:435.

De citeerwijze van dit artikel is AKSonline 2017/3 nt L.J. Smale.