Horeca verzwijgen in strijd met het bestemmingsplan loont niet

Heeft uw verhuurder een verkeerde voorstelling van zaken gegeven over het bestemmingsplan en de gebruiksmogelijkheden, zoals over de toegestane horeca ? Dat was in onderstaande zaak ook het geval. Dat loonde niet voor verhuurder.

De Biesbosch had met twee ondernemers een huurovereenkomst bedrijfsruimte gesloten voor een restaurant, supermarkt, terras, snackbar en café op het recreatiepark. Een van de ondernemers exploiteerde eerder een snackbar op dit recreatiepark. Toen de opening van de nieuwe horeca naderde, kwam voor huurders als onaangename verrassing dat de horeca volgens het bestemmingsplan niet gericht mag zijn op bezoekers van buiten het recreatiepark.

horeca

Een van de weigeringsgronden van een exploitatievergunning krachtens de Algemene Plaatselijke Verordening is dat de exploitatie niet in strijd met het bestemmingsplan mag zijn. En dat was voor de nieuwe horeca het geval. Een exploitatievergunning voor de nieuwe horeca zat er dus niet in.

Had verhuurder moeten inlichten dat de horeca in strijd was met het bestemmingsplan?

In hoger beroep is aan de orde of verhuurder de strijdigheid met het bestemmingsplan tegen huurders had moeten zeggen en of sprake is van dwaling. Dit is afhankelijk van omstandigheden van het geval, aldus het Gerechtshof Den Haag in het arrest van 27 september 2016. [1] Het is vaste rechtspraak dat de mededelingsplicht boven de onderzoeksplicht gaat. Het recreatiepark was niet opgekomen tegen het oordeel van de Kantonrechter dat verhuurder wist wat er in het bestemmingsplan stond of kon weten dat bezoek van buitenaf wezenlijk is voor de exploitatie van huurders.

Dat er bijstand van een horecamakelaar is, neemt de mededingingsrechtplicht echter niet weg. De voormalige exploitatie van de oude horeca door dezelfde huurder eerder, is volgens het Hof namelijk beperkter. De bepalingen in de huurovereenkomst bevatten een zekere onderzoeksplicht voor huurders. Maar dat staat er niet aan in de weg dat de mededelingsplicht van verhuurder voorgaat. Dat bepaalde activiteiten met een evenementenvergunning wellicht kunnen doorgaan, is niet relevant.

Motivering

De huurbepalingen, waarin onder meer het risico van vergunningen bij de huurder worden gelegd (art. 5.2 en 9.9. Algemene bepalingen), staan niet in de weg staan aan de mededelingsplicht volgens het Hof.

 

[1] Hof Den Haag 27 september 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2892

 

De citeerwijze van dit artikel is AKSonline 2016/2 nt L.J. Smale.