Winkelen en het wetsvoorstel parkeren per minuut

Er lopen twee wetsvoorstellen over parkeertarieven per minuut. Interessant is de discussie op dit moment over de invloed van parkeren op winkelgedrag.  Trouw meldde in dat verband de uitkomsten van een onderzoek daarover van onderzoeker Giuliano Mingardo aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Uit het onderzoek blijkt volgens Trouw dat het aantal parkeerplaatsen of de hoogte van het parkeergeld niet of nauwelijks van invloed is op de omzet van winkeliers. Meer over de wetsvoorstellen parkeren per minuut.

Alle parkeerdiensten

Het eerste wetsvoorstel ziet op de lokale parkeerbelasting die in rekening wordt gebracht door publieke parkeeraanbieders (wetsvoorstel Wet parkeerbelasting per minuut). Art. 225a van de Gemeentewet krijgt daarom een achtste lid. Het daarmee samenhangende wetsvoorstel ziet op private parkeerplaatsen die BTW-plichtig zijn (wetsvoorstel Vaststelling parkeertarieven per minuut). De beide wetsvoorstellen beogen het hele spectrum aan reguliere (auto)parkeerdiensten te beslaan.

Parkeren maximaal vier uur in parkeren per minuut

Beide wetsvoorstellen verplichten ertoe het parkeertarief per minuut vast te stellen. Dit treft gemeenten en de private parkeersector. Voor de private sector gaat het volgens de voorgestelde wettekst om het parkeertarief voor parkeren van een voertuig van maximaal 4 uur “indien het verschuldigde bedrag afhankelijk is van de gerealiseerde parkeerduur per keer”. Het voorgestelde achtste lid van art. 225 Gemeentewet bepaalt voor gemeenten dat de belasting per minuut wordt vastgesteld en “ afhankelijk [kan] worden gesteld van de parkeertijd, van de ingenomen oppervlakte en van de ligging van de terreinen of weggedeelten”.

Consumentenbescherming

Het probleem is volgens de wetsvoorstellen dat er betaald wordt voor niet gebruikte parkeertijd. Dit omdat de tariefstelling van vaste tijdvakken uitgaat. Het betalen per grootte tijdvakken staat in de top van ergernissen van consumenten. Betaling moet naar daadwerkelijk gebruik plaatsvinden. Net zoals bij bellen per seconde, benzine per milliliter, drinkwater per liter kan. Een ander punt is dat er volgens de indiener geen keuze is waar te parkeren. Ook is er een ongezond aantal aanbieders van parkeerdiensten: 98% van de parkeerplaatsen is in handen van de gemeente en 2 % in handen van commerciële parkeeraanbieders. Uit onderzoek blijkt bovendien dat per parkeeractie 2 euro te veel door de parkeerder wordt betaald.

Differentiatie naar tarief blijft mogelijk

De hoogte van het tarief blijft ongemoeid. Differentiatie naar de dag van de week of het dagdeel blijft mogelijk.

Handhaving parkeren per minuut

Toezicht op de private sector vindt via de Wet handhaving consumentenbescherming plaats. De ACM (Autoriteit Consumenten & Markt) kan een bindende aanwijzing tot naleving van de wet geven, een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen. De maximale bestuurlijke boete is €450.000,-

Voor invoering van de parkeerbelasting per minuut moet elke gemeente de gemeentelijke belastingverordening aanpassen. Via de bestuursrechtelijke weg (bezwaar en beroep) kan tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting worden opgekomen.1 Schorsing of vernietiging door de Kroon bij strijd met het recht of met het algemeen belang is mogelijk. De wetsgeschiedenis noemt verder de mogelijkheid privaatrechtelijke besluiten ex art. 10:39 Awb te vernietigen.

Advies Raad van State

De Raad van State heeft advies uitgebracht. Een belangrijk kritiekpunt op het wetsvoorstel voor gemeenten is dat het inbreuk maakt op gemeentelijke autonomie van gemeenten. Er is volgens de Raad van State onvoldoende gemotiveerd waarom de ergernis over betaald parkeren een zodanig zwaarwegend belang treft dat een inbreuk op de gemeentelijke autonomie is gerechtvaardigd. Bij het wetvoorstel voor de private sector vraagt de Raad van State zich onder meer af of er sprake is van een evident marktfalen dat marktpartijen niet effectief zonder wetgever kunnen aanpakken.

 

Ook is het de vraag of er een maatschappelijk belang in het geding is dat voldoende gewicht heeft om overheidsoptreden te rechtvaardigden. Het enkele feit dat burgers zich ergeren aan de parkeertarieven is niet voldoende. Het parkeerbeleid kan bovendien niet los worden gezien van ruimtelijke ordening, het milieu en economie. De optimale mix van maatregelen op deze beleidsterreinen is afhankelijk van de lokale situatie en behoort daarom tot de gemeentelijke autonomie. De voorstellen zijn verder onvoldoende met cijfers en feiten onderbouwd.

Het advies van de Raad van State leidt inhoudelijk niet tot aanpassing van de wetsvoorstellen. Daar zal het laatste woord nog niet over zijn gezegd. Blijf ’t volgen!

 

1 Een parkeerbelasting mag alleen worden geheven om de parkeerdruk te regelen. En dus niet voor het verrichten van parkeerdienten ten behoeve van een derde (alleen ten bate van de gemeentekas), Hof ‘s-Gravenhage 15 november 2011, BK-11/00038.

 

De citeerwijze van dit artikel is AKSonline 2014/6 nt L.J. Smale.