De beperkte houdbaarheid van de omgevingsvergunning en het risico op intrekking

In tijden van crisis ligt de bouw stil. En dat kan tot intrekking van de verleende omgevingsvergunning leiden. Die is namelijk niet onbeperkt houdbaar.

Intrekking omgevingsvergunning

Als een omgevingsvergunning 26 weken niet wordt gebruikt, kan deze op grond van artikel 2.33 tweede lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.

Dat had het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West gedaan bij een bouwvergunning voor een loodsengebouw met 24 hallen aan de Osdorperweg in Amsterdam. De vergunning was in januari 2010 verleend aan twee vastgoedbedrijven. Het stadsdeel heeft de omgevingsvergunning in 2011 ingetrokken, omdat na 67 weken nog geen gebruik was gemaakt van de vergunning. Het zag er volgens het stadsdeel niet naar uit dat dit op korte termijn alsnog zou gebeuren.

Het te bouwen loodsengebouw zou met de achterkant komen te grenzen direct aan het waardevolle vogelweidegebied van de Osdorper Binnenpolder. Een maand na de verlening van de vergunning is het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan richt zich op het versterken van het groene en recreatieve karakter van het plangebied. Het grotere loodsengebouw past daar volgens het stadsdeel niet in.

Niet eens met intrekking van de omgevingsvergunning

De bedrijven waren het niet eens met de intrekking. Volgens hen heeft het stadsdeel geen belang bij de intrekking van de vergunning en gaat het om een louter administratieve beslissing. Bovendien zou het bouwproject juist zijn vertraagd door het stadsdeel, omdat het niet op tijd een schadevergoeding zou hebben betaald in een andere procedure.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt op 29 mei 2013 anders. Zij overweegt eerst dat net als bij de vroegere bouwvergunning bij de beslissing over intrekking van een omgevingsvergunning alle in aanmerking te nemen belangen moeten worden geïnventariseerd en tegen elkaar afgewogen. Daartoe behoren naast de door het bestuursorgaan gestelde belangen, waaronder het realiseren van gewijzigde planologische inzichten, ook de (financiële) belangen van vergunninghouder. Daarbij mag in aanmerking worden genomen of het niet tijdig gebruik maken van de vergunning aan de vergunninghouder is toe te rekenen.

Niet aannemelijk dat de omgevingsvergunning alsnog zal worden gebruikt

Door de vastgoedbedrijven is niet aannemelijk gemaakt dat binnen korte termijn alsnog de vergunning zal worden gebruikt. Zo is de sloopvergunning voor de bestaande bouw nog niet aangevraagd, terwijl dat een voorwaarde voor verlening van de vergunning was. De vastgoedbedrijven hebben verder bevestigd de financiering van het bouwproject niet rond te krijgen. In de overweging mag ook het belang bij het tegengaan van een stuwmeer aan ongebruikte bouwvergunningen in redelijkheid worden meegewogen. Dat de vastgoedbedrijven van het stadsdeel een schadevergoeding hebben gevorderd wegens vertraagde besluitvorming op de bouwaanvraag, doet daar niet aan af.

Geen beroep tegen het nieuwe bestemmingsplan

Dat het bouwplan niet past in het nieuwe bestemmingsplan is terecht volgens de Afdeling meegewogen. De vastgoedbedrijven hebben tegen het nieuwe bestemmingsplan geen rechtsmiddelen aangewend. Door de verleende vergunning geruime tijd niet te benutten, hebben de vastgoedbedrijven het risico aanvaard dat het dagelijks bestuur het bouwplan aan een herwaardering zou onderwerpen in het licht van het nieuwe bestemmingsplan.

Dat het nieuwe bestemmingsplan zich richt op versterking van het groene en recreatieve karakter van het gebied verzet zich in het algemeen tegen een toename van stedelijke functies zoals wonen en (niet-agrarische) bedrijvigheid. Dit is van belang mede gelet op de ligging het loodsengebouw dat voorzien is direct grenzend aan het waardevolle vogelweidegebied van de Osdorper Binnenpolder. Het planologisch belang mag daarbij zwaarder wegen dan het behoud van de omgevingsvergunning.

Hollen of stilstaan

Kortom: het is hollen of stilstaan. Stilzitten brengt het risico van intrekking van de omgevingsvergunning met zich. En bouwen … brengt het risico voor leegstand natuurlijk met zich.

 

De citeerwijze van dit artikel is AKSonline 2013/14 nt L.J. Smale.