Lang leve het dak

Het dak op. Buitenspeelruimte voor kinderdagverblijven in de binnenstad is namelijk vaak een probleem. Bij buitenspeelruimte denkt men meestal eerst aan de begane grond. Maar in de praktijk wordt een dakterras/opbouw steeds meer een oplossing om buitenruimte te realiseren. Een wijziging van het bestemmingsplan of het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan is daarvoor niet altijd nodig, leert de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 juli 2012.
dak

Het dak van Kinderdagverblijf Knabbel en Babbel

Waar ging het om? Voor het uitbreiden van kinderdagverblijf Knabbel en Babbel in Den Haag is in juli 2010 een bouwvergunning met ontheffing verleend. Dit om een extra bouwlaag met een oppervlakte van 130 m2 met een plat dak aan de straatzijde te realiseren, een dakterras van ongeveer 145 m2 aan de achterzijde op een deel van de eerste bouwlaag van het kinderdagverblijf. Daarmee werd een noodgebouw en naastgelegen winkelruimte die in gebruik waren als kinderdagverblijf vervangen.

Omdat de maximale goothoogte van 3 meter werd overschreden, is een ontheffing van het bestemmingsplan verleend. Twee omwonenden zijn in hoger beroep gekomen. Zij vrezen geluidsoverlast, aantasting van hun privacy en vermindering van het uitzicht vanuit hun woning. Volgens hen had onderzoek moeten worden gedaan naar de geluidsoverlast door het gebruik van het dakterras als buitenspeelruimte. Ook is volgens de bezwaarmakers ten onrechte ontheffing op grond van art. 4.1.1. onder e Besluit ruimtelijke ordening (Bro) jo art. 3.23 Wro verleend.

Dakopbouw

Artikel 4.1.1. onder e Bro luidt als volgt: “een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw”. Een nadere beschrijving van dakopbouw of een gelijksoortige uitbreiding ontbreekt in het Bro. De uitleg die de bezwaarmakers er aan geven is te beperkt. De Raad van State oordeelt verder dat uit art. 3.23 Wro niet volgt dat niet beoogd is om deze bevoegdheid te beperken tot planologisch ondergeschikte gevallen. De toepassing is uitsluitend beperkt tot de in art. 4.1.1. onder e Bro genoemde gevallen. Nu het ziet op een uitbreiding van een bouwlaag van ongeveer 130 m2 op een deel van een bestaand dak met een totaaloppervlakte van 530 m2 kon volgens de Raad van State terecht een ontheffing worden verleend.

Over de overlast herhaalt de Raad van State de hoofdregel uit eerdere jurisprudentie. Namelijk dat de bevoegdheid om een ontheffing te verlenen een discretionaire bevoegdheid is, waarvan de rechter het gebruik terughoudend moet toetsen. Dat wil zeggen dat de rechter zich moet beperken tot de vraag of in redelijkheid tot dit besluit kon worden gekomen.

De te maken belangenafweging hoeft daarvoor niet vastgelegd te worden in een ruimtelijke onderbouwing. Bij de verlening is in aanmerking genomen dat het een bestaand kinderdagverblijf betreft, dat het aantal kindplaatsen niet wordt uitgebreid en dat het gebouw grenst aan een openbare kinderspeelplaats. Van belang is dat de ontheffing alleen ziet op de overschrijding van de goothoogte en geen betrekking heeft op de verandering van de gebruiksmogelijkheden. Het gebruik als kinderdagverblijf was immers al toegestaan.

Geluidsoverlast en privacy

De bezwaarmakers wonen op de eerste verdieping op een afstand van 21 meter van de achterkant van het dakterras en 30 m van de extra verdieping. Gelet op de bestaande bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan werd de angst voor geluidsoverlast echter niet aannemelijk geacht. Ook de inbreuk op de privacy was niet dusdanig dat dit tot een weigering van de ontheffing kon leiden.
Van belang was ook dat het bestemmingsplan met betrekking tot het perceel geen voorschriften bevat omtrent de toegestane nok- dan wel bouwhoogte of de minimale dan wel maximale dakhellingspercentage of de bouw van een dakterras. Met de overschrijding van de goothoogte kan de uitbreiding met een verticale gevel in plaats van een enigszins schuine dakwand worden uitgevoerd.

Het dak ook van belang voor leegstaande panden

Art. 4.1.1. onder e Bro is inmiddels vervallen. In art. 4 lid 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is dezelfde categorie opgenomen: “een dakkapel, dakopbouw, of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw”. Krachtens dit artikel kan een omgevingsvergunning worden verleend, waarvoor een korte wettelijke beslistermijn van 6 weken geldt. Een belangrijk voordeel is dat dus met een goede –op maat gesneden – ruimtelijke motivering kan worden volstaan en er geen ruimtelijke onderbouwing nodig is.

Niet alleen voor beleggers die potentie zien in kinderdagverblijven is dit goed nieuws. Ook voor panden met een andere bestemming kan dit type omgevingsvergunning een relatief eenvoudige boost aan de oplossing van leegstand geven. Dakparken of -tuinen en balkons kunnen leegstaande panden nieuw leven in blazen.

 

De citeerwijze van dit artikel is AKSonline 2013/2 nt L.J. Smale.